Fien 2
Pieter 2
|
Natte Plaat Collodium is een analoog fotografisch procédé uit 1851.
Frederick Scott Archer heeft het als eerste gebruikt als een zéér vroege vorm van fotografie, kort na de uitvinding van de Daguerrotypie.
De techniek is vernoemd naar collodium, een dikke stroperige vloeistof die het hoofdingrediënt is van de emulsie waarmee een plaat lichtgevoelig wordt gemaakt. Collodium kan gebruikt worden op twee verschillende dragers, glas (ambrotypie) en metaal (ferro- of tintype). Het collodiummengsel wordt aangelengd met alcohol en ether, en er worden nog 2 zouten toegevoegd voor de gevoeligheid en de toonschaal. Vervolgens wordt de emulsie op de drager aangebracht en daarna gaat het geheel in een bad met zilvernitraat. Na een paar minuten is de plaat klaar om er beeld mee te maken. De plaat moet onmiddellijk worden ontwikkeld met een mengsel van ijzersulfaat en gefixt worden.
Alle handelingen van aanbrengen van de emulsie tot spoelen moet gebeuren in een tijdspanne van ongeveer 25 minuten.
De lage lichtgevoeligheid van collodium (ca. iso 3) vereist lange belichtingstijden (meerdere seconden). Het hoge contrast dat eigen is aan deze techniek en het spectrum waarvoor deze techniek gevoelig is, geven zeer aparte resultaten die onmogelijk na te maken zijn met de moderne digitale technieken.
Voor elke collodiumplaat is een reeks van opeenvolgende handelingen nodig die ongeveer 25 minuten in beslag nemen. Elke plaat is één foto; er kunnen geen reproducties worden gemaakt. De relatief trage en arbeidsintensieve manier van werken staat in schril contrast met de moderne digitale technieken. De ervaring is uniek en de voldoening van deze techniek is zo groot dat het absoluut de moeite loont.
|
|
|
© Photography Frederik Van den Broeck